Recht op officiële cliëntenraad voor kleinschalige locaties in de gehandicaptenzorg

Goed nieuws voor de lokale medezeggenschap!

Eind vorig jaar (1 december 2023) deed de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) een belangrijke uitspraak.
De LCvV is de geschillencommissie in verschillen van mening tussen cliëntenraden en de zorgaanbieder. Maar als er geen cliëntenraad is, kan in een tweetal gevallen ook een representatieve delegatie een geschil van mening aan de LCvV voorleggen. Dat is het geval als een delegatie van mening is dat hun cliëntenraad structureel tekortschiet in de behartiging van de belangen van de cliënten. Daarnaast kan een delegatie naar de LCvV stappen in het geval dat de zorgorganisatie weigert een lokale cliëntenraad in te stellen.
Van dit laatste recht uit de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (Wmcz) 2018 werd onlangs gebruik gemaakt.

Kort samengevat ging het om het volgende.
De zorgorganisatie had geweigerd een cliëntenraad in te stellen voor een locatie, opgericht voor tien mensen met LVB en autisme. Dit vooral omdat er al regioraden/clusterraden en centrale raden zijn. Dat zou samen met meer informele inspraak op de locatie voorzien ‘in volwaardige medezeggenschap op alle niveaus’.
Maar de delegatie stapte met ondersteuning van VraagRaak/KansPlus naar de LCvV.
De LCvV was van mening, kijkend naar de wet en de bedoeling van de wetgever, dat de delegatie gelijk had en dat het instellen van een lokale raad ‘in redelijkheid is aangewezen.

Argumenten
Een van de door de zorgaanbieder nog tijdens de hoorzitting aangevoerde argumenten was nog dat er geen verplichting is omdat in de regel niet meer dat tien personen zorg verlenen. (Inclusief parttimers en vrijwilligers en ongeacht of ze ook gelijktijdig aan de slag zijn.) De LCvV wees dat argument af. Omdat in de wet geen nadere eisen zijn gesteld wanneer sprake is van een locatie waar in redelijkheid een cliëntenraad kan zijn, als cliënten/vertegenwoordigers dat graag willen. Wel vond de LCvV dat het getalscriterium van tien of meer mensen een rol kan spelen bij de afwegingen. Maar omdat – ondanks een tijdelijk behoorlijk verkleinde bezetting – er altijd nog acht tot elf personen zorg verlenen, legde de LCvV het argument van de zorgaanbieder naast zich neer.

De zorgaanbieder kreeg een nogal lange termijn (zes maanden na de uitspraak) om de uitspraak uit te voeren. Dit vanwege het feit dat tijdens de hoorzitting maar drie van de tien plekken in de locatie bezet waren. In afwachting van cliënten met een ander zorgprofiel. De LCvV oordeelde dat de mogelijkheid zou kunnen ontstaan dat ‘nieuwe toekomstige bewoners een andere mening kunnen zijn toegedaan over de noodzaak tot het instellen van een lokale cliëntenraad’.

Echter zulke grote schommelingen in de bezetting van een woonlocatie komen niet zoveel voor in het land. Zodat er toch belangrijke jurisprudentie is toegevoegd. Jurisprudentie die cliënten en hun vertegenwoordigers kunnen gebruiken bij een verzoek aan de zorgorganisatie om voor hen een lokale raad in te stellen. En desnoods bij de LCvV als de zorgaanbieder het verzoek afwijst en de cliënten/vertegenwoordigers dat niet willen accepteren.

Kennis en advies
Belangstellenden kunnen uiteraard nadere vragen stellen aan het Kennis- en Adviescentrum van VraagRaak/KansPlus.
Bel: 030 236 37 50 (van maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 12.00 uur, een maandagmiddag van 13.30 tot 16.30 uur).
Of mail: advies@kansplus.nl .