Vrije tijd

In de WMO

In de WMO valt ondersteuning bij vrije tijdsbesteding niet onder de zorg die geboden wordt. Wel is de gemeente er verantwoordelijk voor dat er voldoende mogelijkheden zijn voor mensen met een beperking om deel te namen aan vrije tijds activiteiten. Bijvoorbeeld door lid te worden van een sportvereniging of deel te nemen aan buurthuis activiteiten. Ook kan in het kader van de WMO gekeken worden of er een vrijwilliger voor uw verwant is die met hem naar een vrije tijds activiteit kan gaan.

In principe is het de bedoeling dat mensen met een beperking in het kader van de maatschappelijke participatie zoveel mogelijk aansluiten bij activiteiten die voor mensen zonder beperking geboden worden. Wel geven mensen met een lichte verstandelijke beperking soms zelf aan dat liever naar een club gaan waar ook andere mensen met een vergelijkbare beperking komen. Ze voelen zich dan soms meer op hun gemak en kunnen gemakkelijker communiceren met andere deelnemers.
Als dit ook geldt voor uw verwant, en als er geen voor hem geschikte activiteiten aanwezig zijn, is het belangrijk dit bij de gemeente te melden, en wellicht ook het signaal neer de leggen bij de WMO-adviesraad in de gemeente.

In de WLZ

In de WLZ is het bieden van vrije tijdsactiviteiten en het begeleiden daarbij in principe iets dat wel onderdeel moet uitmaken van de 24-uurs zorg. In de praktijk is het aanbod aan vrije tijdsactiviteiten bij instellingen de laatste jaren sterk achteruit gegaan. Op de grotere instellingsterreinen worden nog wel eens vrije tijds activiteiten georganiseerd voor groepen bewoners. Maar voor mensen die buiten het instellingsterrein wonen in de stad of het dorp wordt weinig specifieks georganiseerd.

Als u merkt dat het aanbod voor vrije tijds activiteiten voor uw verwant onder de maat is is het belangrijk dit te niet alleen aan te geven bij de begeleiders in de woning, maar ook aan de cliëntenraad van de instelling. Deze raad heeft op dit onderwerp een verzwaard adviesrecht.

Vaak worden de mensen bij vrije tijdsactiviteiten begeleid door vrijwilligers. De instelling moet er dan wel voor zorgen dat deze vrijwilligers voldoende gekwalificeerd zijn om de mensen te begeleiden; zeker als het gaat om mensen met bijzondere problemen als bijvoorbeeld epilepsie.

De meeste instellingen vragen een “vrijwillige” eigen bijdrage aan de mensen als begeleiders mee moeten bij vrije tijds activiteiten. Dit is al bijna standaard geworden bij groepsvakantie (voor zover die nog georganiseerd worden), maar soms ook voor dagtochten. Als KansPlus zijn we hier niet gelukkig mee, maar er is weinig tegen te doen. In de regelgeving staat nergens duidelijk hoeveel vrije tijds besteding vanuit de WLZ verwacht mag worden.

Voor begeleide vakanties zijn ook enkele zelfstandige reisorganisaties die reizen aanbieden voor mensen met een beperking. Over het algemeen horen we hier goede geluiden over. Deze reizen zijn minder geschikt voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking.

Activiteiten bij ledengroepen

Veel ledengroepen van KansPlus bieden vrije tijdsactiviteiten voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat kan variëren van wekelijkse club en sportactiviteiten, feestavonden rond de bekende feestdagen, dagtochten en een vakantieweek in de zomer. U kunt op de website van uw ledengroep kijken om te zien welke activiteiten bij u in de omgeving aangeboden worden.