Als uw verwant een indicatie heeft gekregen voor WLZ-zorg zijn er verschillende manieren waarop deze zorg geleverd kan worden.

Zorg in natura (ZIN)

Dit is de meest gangbare vorm op dit moment. Dit betekent dat alle zorg, inclusief het wonen, door een zorgaanbieder van uw keuze wordt verzorgd. Het geld voor de zorg gaat rechtstreeks van het zorgkantoor naar de zorgaanbieder en u heeft daar geen omkijken aan.
Als u van het zorgkantoor te horen heeft gekregen dat de indicatie ontvangen is kunt u samen met een onafhankelijke cliëntondersteuner kijken welke zorgaanbieder u het meest geschikt vindt. Daar kunt u uw verwant dan aanmelden. Als er een wachttijd is zal de zorgaanbieder een aanbod moeten doen hoe deze tijd het best overbrugd kan worden.

Door de verantwoordelijkheid voor de zorg op deze manier over te dragen aan een zorgaanbieder heeft u natuurlijk nog wel invloed op de zorg via het zorgplan, maar de invloed heeft zijn grenzen. Als u echt ontevreden bent over de zorg die geboden wordt, en als dit niet opgelost wordt, kan de enige mogelijkheid om verandering te krijgen zijn dat u besluit dat uw verwant gaat verhuizen naar een andere zorgaanbieder. Dat is een ingrijpende beslissing die niet gemakkelijk genomen wordt.

Om meer invloed te hebben op de zorg, kan ook voor andere leveringsvormen gekozen worden. Dit moet dan wel in overleg met het zorgkantoor. het zorgkantoor moet beoordelen of de door u gewenste zorg aan de eisen voldoet. De leveringsvormen die hiervoor mogelijk zijn zijn:

Volledig Pakket Thuis (VPT)

Uw verwant woont ’thuis’. Dat kan bij u zelf zijn, maar er zijn ook andere woonsituaties mogelijk, bijvoorbeeld in een wooninitiatief samen met andere mensen met een beperking. Alle zorg die nodig is en valt binnen het zorgprofiel wordt in de thuissituatie geboden door een zorgaanbieder van uw keuze. Deze zorg omvat ook maaltijden, huishoudelijke zorg en uitstapjes, net zoals het in een instelling zou zijn. Wel moet uw verwant zelf de woonlasten betalen (huur, verwarming, etc).
In wezen is dit nog wel een vorm van zorg in nature, want de financiering gebeurt rechtstreeks door het zorgkantoor aan de zorgaanbieder.

Persoonsgebonden budget (PGB)

Bij een PGB krijgt u zelf de beschikking over het geld en u kunt daar zelf de zorg van regelen die voor uw verwant van belang is. U moet dan ook zelf de zorgverleners zoeken. Wel moet u het zorgplan en de overeenkomst die u met hen sluit ter goedkeuring aan het zorgkantoor voorleggen. Het geld van het PGB is alleen voor de zorgkosten, en niet voor de huisvestingskosten en kosten voor maaltijden. Daar moet uw verwant zelf voor betalen.
U krijgt het geld niet zelf op een rekening. De betalingen verlopen via de SVB (Sociale Verzekerings Bank) waar u de rekening van de zorgverleners aan door moet sturen.

PGB wordt niet alleen vaak gebruikt voor mensen die nog thuis wonen, maar ook voor mensen die in kleinschalige woonvormen wonen, zoals Thomashuizen en ouderinitiatieven. Er zijn ook kleine zorgaanbieders die geen formele toelating hebben voor de WLZ, maar die wel via een PGB-financiering de goede zorg kunnen leveren..

Modulair Pakket Thuis (MPT)

Het MPT is een mengvorm van bovenstaande vormen. U kunt een deel van de zorg door de ene zorgaanbieder laten verzorgen en een ander deel door een andere. Ook kunt u een deel via PGB doen en een deel via zorg in natura.
Bij een MPT krijgt uw verwant geen maaltijden of huishoudelijke hulp. Ook de woonlasten vallen hier niet onder het MPT.

Meer informatie hierover kunt u vragen bij uw zorgkantoor of bij een cliëntondersteuner de verschillende mogelijkheden bespreken.